Behandelvormen

Bij KAPPA bieden wij de volgende behandelvormen:

ACT is een vorm van gedragstherapie die is geïnspireerd op inzichten uit de Boeddhistische psychologie. Het is een relatief nieuwe vorm van gedragstherapie die aan het eind van de 20ste eeuw is ontwikkeld door drie Amerikaanse psychologen: Steven Hayes, Kelly Wilson & Kirk Strosahl. Het is een therapie voor een verscheidenheid aan problemen, bijvoorbeeld angst, depressie en chronische pijn.

 

Bij ACT leren cliënten op een andere manier met hun vervelende gedachten, gevoelens, en sensaties om te gaan dan hun eerste automatische reactie hun ingeeft: oplossen! Het blijkt namelijk dat het gevecht aangaan met gedachten en/of gevoelens (of ze juist proberen te vermijden) er juist vaak voor zorgt dat deze een grotere invloed krijgen op iemands leven. Het alternatief is acceptatie van deze vervelende ervaringen. Niet omdat deze zo leuk zijn, maar omdat je niet wilt dat ze nog meer ruimte innemen in je leven. Met de energie die je overhebt, kun je je vervolgens richten op de dingen die er wel echt toe doen!

In cliëntgerichte psychotherapie staan de ervaring en de persoonlijke ontwikkeling van de cliënt centraal. Uitgangspunt van de therapie is dat de cliënt leert ervaren wat zijn eigen, unieke gedachten en gevoelens zijn, zodat hij of zij meer in contact komt met zichzelf. Als iemand zijn gevoelens kan ervaren en accepteren, is hij beter in staat om met moeilijke situaties in het leven om te gaan. Daardoor ontstaat ruimte voor persoonlijke ontwikkeling. Deze vorm van psychotherapie is voortgekomen uit het werk van de Amerikaanse psycholoog Carl Rogers en wordt daarom ook wel Rogeriaanse psychotherapie genoemd. 

Met behulp van cognitieve gedragstherapie leert u om anders tegen problematische situaties aan te kijken en er anders mee om te gaan. Wat houdt cognitieve gedragstherapie precies in?

 

Cognitieve gedragstherapie gaat er van uit dat problemen beïnvloed en in stand gehouden worden door iemands gedachten en gedrag. Door het onderzoeken en veranderen van dat gedrag en die gedachten nemen de psychische klachten af. Cognitieve gedragstherapie is een combinatie van 1. gedragstherapie en 2. cognitieve therapie.

 
Gedragstherapie

Gedragstherapie richt zich vooral op het veranderen van het gedrag. Hoe een mens handelt bepaalt namelijk in belangrijke mate hoe de persoon zich voelt. Als iemand geneigd is om uit angst bepaalde situaties uit de weg te gaan, dan zal spanning vaak in eerste instantie weliswaar afnemen, maar op de lange termijn juist eerder verergeren dan verminderen.

 

In een gedragstherapeutische behandeling brengt de cliënt met de behandelaar eerst het problematische gedrag en de omstandigheden waarin dat voorkomt in kaart. Vervolgens helpt de therapeut de cliënt om beter passende gedragspatronen aan te leren voor die omstandigheden. Zowel het inventariseren van het gedrag waarvan de cliënt last heeft als het bedenken en voorbereiden van oefeningen met nieuw, beter passend gedrag gebeurt samen met de behandelaar.

 
Cognitieve therapie

Cognitieve therapie gaat in op iemands gedachten en de emoties die door die gedachten beïnvloed worden. Wie belangrijke zaken en gebeurtenissen in zijn leven steeds vanuit een negatief standpunt bekijkt wordt en blijft gemakkelijker angstig, somber of geïrriteerd. In cognitieve therapie onderzoekt de cliënt samen met de behandelaarof die wijze van denken wel helemaal klopt met de werkelijkheid. Wanneer blijkt dat iemand geneigd is om te negatief over allerlei zaken te oordelen wordt uitgezocht welke manier van denken passender is. Bij het uitwerken van meer realistische, vaak positievere gedachten maakt de behandelaar gebruik van specifieke cognitieve uitdaagtechnieken en huiswerkoefeningen. De toekomst is hierbij belangrijker dan het verleden.

 

Cognitieve gedragstherapie beïnvloedt dus gedrag, gedachten en gevoel. Door anders tegen een situatie aan te kijken (gedachten) verandert het gevoel en het gedrag van iemand. Bij cognitieve gedragstherapie werkt de behandelaar nauw met de cliënt samen om tot verbetering van de klachten te komen. De behandelaar sluit zo direct en zo concreet mogelijk aan bij de problemen. Het is een actieve manier van behandelen; van de cliënt wordt een actieve bijdrage verwacht; in de therapiesessies werken we met vragenlijsten en oefeningen. Daarnaast spreekt de behandelaar met de cliënt huiswerkopdrachten af om zelf buiten de sessies aan de problemen te werken.

 

Naar de effecten van cognitieve gedragstherapie is veel onderzoek gedaan. Heel vaak blijkt deze methode een zeer effectieve psychotherapie te zijn. Vaak is deze vorm van therapie effectiever gebleken dan medicijnen, vooral op de langere termijn. 

 

Lees meer

 

 

Eye Movement Desensitization and Reprocessing, afgekort tot EMDR, is een therapie voor mensen die last blijven houden van de gevolgen van traumatische ervaringen. Dit kan zijn een schokkende ervaring, zoals een verkeersongeval of een geweldsmisdrijf. Maar ook voor andere ervaringen die veel invloed hebben gehad op de ontwikkeling van iemands leven zoals pesterijen of krenkingen in de jeugd, die in het hier-en-nu nog steeds invloed hebben kan de methode gebruikt worden.

EMDR is een relatief nieuwe therapie. Een eerste versie van EMDR werd in 1989 beschreven door de ontwikkelaarster ervan, de Amerikaanse psychologe Francine Shapiro. In de jaren daarna werd deze procedure verder uitgewerkt en ontwikkelde EMDR zich tot een volwaardige therapeutische methode.

Waarvoor is EMDR bedoeld?

Bepaalde gebeurtenissen kunnen diep ingrijpen in het leven van mensen. Een groot deel van de getroffenen ‘verwerken’ deze ervaringen op eigen kracht. Bij anderen ontwikkelen zich psychische klachten. Vaak gaat het om zich opdringende herinneringen aan de schokkende gebeurtenis, waaronder angstwekkende beelden (herbelevingen; ‘flashbacks’) en nachtmerries. Andere klachten die vaak voorkomen zijn schrik- en vermijdingsreacties. Als er aan bepaalde criteria wordt voldaan spreekt men van een ‘post traumatische stress-stoornis’ (PTSS).

Ofschoon PTSS nog steeds als het primaire indicatiegebied voor EMDR wordt beschouwd hebben de ervaringen met de toepassing van deze behandelmethode de afgelopen jaren laten zien dat het mogelijk is een grote verscheidenheid aan psychische aandoeningen en klachten te behandelen, die gepaard gaan met vermijdingsgedrag, somberheid en/of gevoelens van angst, schaamte, verdriet, schuld of boosheid. Uitgangspunt is telkens dat deze klachten zijn ontstaan als gevolg van een of meer beschadigende ervaringen. Daarmee worden gebeurtenissen bedoeld die dusdanige sporen hebben nagelaten in het geheugen van de persoon, dat hij of zij er nu nog steeds last van heeft. Voorbeelden daarvan zijn emotionele verwaarlozing, akelige ervaringen op medisch gebied, verlieservaringen, werkgerelateerde gebeurtenissen en andere schokkende, schaamtevolle of anderszins ingrijpende ervaringen. De belangrijkste insteek van de EMDR therapeut is de cliënt te helpen de herinneringen aan deze gebeurtenissen te verwerken, met de bedoeling daarmee de klachten te verminderen of te laten verdwijnen.

 

Integratieve psychotherapie kan worden gedefinieerd als ‘het al dan niet in combinatie, op een verantwoorde en verantwoordbare wijze kunnen toepassen van verschillende methoden van behandeling’. De therapeut combineert bij de integratieve benadering methoden en technieken die in verschillende therapeutische theorieën ontwikkeld zijn. 

Kinder- en jeugdpsychotherapie is bedoeld voor kinderen en jongeren van 0 tot 22 jaar en hun ouders of verzorgers. Zij hebben uiteenlopende problemen op psychisch, sociaal-emotioneel of gedragsmatig gebied. Deze vorm van psychotherapie wordt toegepast als de ontwikkeling van het kind verstoord dreigt te raken of stagneert.

 

De therapie begint met het zorgvuldig in kaart brengen van het functioneren van het kind en zijn of haar omgeving, zoals ouders en school. Daarna wordt de behandeling gekozen die het best aansluit bij zijn of haar problematiek. Tevens biedt de therapeut ouderbegeleiding of -therapie aan in groeps- of gezinsverband.

 

Kinderen tot 12 jaar worden vaak behandeld in een spelkamer. Hier kan het kind allerlei spelmaterialen gebruiken om zich te uiten. Jongeren zitten vaker in een gesprekskamer. Daarnaast is er groepstherapie. Deze is geschikt voor kinderen en jongeren met problemen in de omgang met leeftijdgenoten. Er is ook gezinspsychotherapie waarbij de behandeling gericht is op het hele gezin. Dit is belangrijk wanneer gezinsleden onderdeel zijn van het probleem.

Lees meer

 

 
Bij speltherapie wordt spel gebruikt als middel om een kind te helpen bij het verwerken van emotionele problemen. Met speelgoed kun je allerlei dingen uitdrukken die je bezighouden of dwarszitten. Dit soort spel noemen we verbeeldend spel. Een kind kan in zijn spel goed laten zien hoe het zich voelt, hoe het de wereld om zich heen beleeft en ervaart. Spelen is voor een kind een natuurlijke bezigheid. De taal van het kind is de taal van het beeld, de taal van het symbool. Wanneer we als volwassene goed naar het spel van het kind kijken, kunnen we daaruit iets leren over de belevingswereld van het kind. Verbeeldend drukt het kind in die taal zijn gevoelens (angst, verdriet, blijdschap) uit.
Als je bijvoorbeeld op die wijze uiting kan geven aan nare gevoelens, dan voel je je opgelucht; het werkt ontladend en geeft vaak weer ruimte voor andere, meer positief gekleurde gevoelens. Zo is het verbeeldende spel voor veel kinderen een natuurlijke uitlaatklep voor die ervaringen waar zij nog geen woorden voor hebben (denk aan het ‘doktertje spelen’ na een vervelende ziekenhuiservaring).
Het kind beeldt in zijn spel niet letterlijk uit hoe de wereld is, maar hoe het zelf de wereld ervaart. Wanneer een kind vadertje en moedertje speelt, herkennen we hierin soms dingen van onszelf. Het kiest die aspecten uit, die op dat moment voor hem het belangrijkste zijn en toont die in zijn spel. Zijn spel is niet dé werkelijkheid, maar het is zíjn verbeelding van de werkelijkheid; het gaat er om hoe dít kind de werkelijkheid en zijn levensgeschiedenis ervaart.
Bij deze behandelingsvorm hebben ouders gesprekken gericht op het veranderen van gedrags- of emotionele problemen van hun kind. Het is een behandeling van het kind via de ouders. Hoe deze behandeling er in de praktijk uitziet hangt af van de individuele situatie van het kind en de ouders. Voorbeelden van problematiek waarbij mediatietherapie (onder andere) wordt ingezet zijn ADHD, autismespectrumproblematiek, gedragsproblemen. Ook bij problemen met hele jonge kinderen kan mediatietherapie ingezet worden.

Deze therapievorm is in Engeland ontwikkeld door de Britse psychiater en psychotherapeut Anthony Bateman en psychoanalyticus en psycholoog Peter Fonagy.

Mentaliseren houdt in dat men het gedrag van zichzelf en anderen kan begrijpen en verklaren vanuit achterliggende gevoelens, gedachten en motivatie. Dat men zich bijvoorbeeld bewust is van wat iemand voelt, van wat er in het contact met anderen gebeurt, hoe de reactie van de één een reactie bij de ander kan uitlokken, hoe gedachten over anderen en zichzelf het contact kunnen beïnvloeden.

Waarom is mentaliseren belangrijk?

Goed kunnen mentaliseren is belangrijk omdat het bijdraagt tot een betere beheersing van emoties en stabielere vorming van relaties.

Voor wie is de deze therapie bedoeld?

MBT is ontwikkeld voor cliënten bij wie sprake is van verstoord functioneren in persoonlijke relaties. Vaak lukt het niet om veilige, betekenisvolle en duurzame relaties op te bouwen. Daarnaast hebben cliënten regelmatig problemen in de identiteitsontwikkeling en in de impuls- en emotieregulatie.

Wanneer het mentaliserend vermogen verstoord is zijn mensen niet goed in staat om hun eigen emoties waar te nemen en pikken zij veranderingen in de houding van anderen vaak niet goed op. Gedachten die over anderen ontstaan, worden beleefd als werkelijkheid en er is weinig ruimte om zich te realiseren dat de ander misschien iets anders bedoelt. Wanneer het mentaliserend vermogen verstoord is, worden emoties niet goed gereguleerd.

Doel en beloop van de MBT behandeling

MBT is ontwikkeld voor cliënten bij wie sprake is van verstoord functioneren in persoonlijke relaties. Vaak lukt het niet om veilige, betekenisvolle en duurzame relaties op te bouwen. Daarnaast hebben cliënten regelmatig problemen in de identiteitsontwikkeling en in de impuls- en emotieregulatie

 
In onze praktijk werken we met een aangepaste vorm van MBT: mentaliserende kindertherapie.
Deze therapievorm is in Engeland ontwikkeld door de Britse psychiater en psychotherapeut Anthony Bateman en psychoanalyticus en psycholoog Peter Fonagy. ‘Mentaliseren’ betekent het leren begrijpen en ‘vertalen’ van je eigen gedrag en dat van anderen. Dit betekent kunnen nadenken over gevoelens en gedachten, relaties en situaties.
Deze therapievorm is geschikt voor kinderen en jongeren bij wie het mentaliserend vermogen minder sterk is ontwikkeld, of afneemt tijdens momenten waarop ze verhoogde spanning ervaren. Ze kunnen overspoeld raken door hun gevoelens, zijn boos op alles en iedereen en laten gedragsproblemen zien. zoals agressie of hyperactiviteit. Ook kunnen ze foutieve aannames maken over de achterliggende drijfveren van anderen en voelen ze zich vaak bekritiseerd of afgewezen en daardoor angstig of somber. Zij trekken zich terug in zichzelf omdat ze de wereld als te bedreigend ervaren.
De therapeut helpt kinderen en jongeren gevoelens te herkennen, te besturen en nieuw gedrag te ontwikkelen. Hierdoor kunnen zij hun emoties beter reguleren, ontwikkelen ze vaardigheden om relaties aan te gaan en te onderhouden en neemt hun zelfvertrouwen toe.
Oplossingsgerichte therapie is een doelgerichte therapie die zich, in tegenstelling tot probleemgerichte therapie richt op wat de cliënt wil in de toekomst. Het behandeldoel wordt niet gedefinieerd in termen van afname van problemen of klachten, maar in termen van toename van wat de cliënt zou willen, in de plaats van het probleem. Er wordt met concrete doelen gewerkt, de focus ligt op waar het al goed gaat en oplossingen waarvan je al weet dat ze werken. Er worden andere, nieuwe oplossingen gezocht en uitgeprobeerd. De nadruk ligt op eigen krachten en mogelijkheden, zelf denken en uitproberen op uw eigen manier.
Ouder-kindtherapie richt zich specifiek op het sociale en emotionele welzijn van baby’s, peuters en kleuters (0-4 jaar).
Het kan gaan om verstoringen in het kind maar ook om situaties waarin de relatie tussen de ouder en het kind bedreigd wordt en de gehechtheidsrelatie onder druk staat.
Mogelijk is er sprake van problematiek bij het kind zelf zoals bijvoorbeeld regulatiestoornissen in gedrag, autisme of emotionele ontwikkelingsproblemen met als gevolg angsten, moeilijk gedrag, huilen, slaap- of eetproblemen. Het kan ook zijn dat de afstemming van de ouder op het kind niet goed verloopt omdat de ouder zelf onzeker, angstig, vermoeid of teleurgesteld is waardoor de ouder niet goed in staat is om invoelend op het kind te reageren.
De essentie van de ouder-kind behandeling richt zich op het bevorderen van de kwaliteit van de ouder-kindrelatie om de ontwikkeling van het jonge kind te optimaliseren. De ouder-kind relatie staat hierbij centraal. Daarom wordt van de ouder(s) gevraagd dat zij samen met het kind op de afspraken komen. Er wordt onderzocht wat de mogelijkheden en beperkingen van het kind en de ouders zijn in relatie tot de opvoedingssituatie om zo vroeg mogelijk risico’s te onderkennen en zo adequaat mogelijk te kunnen behandelen. Ook wordt het kind, naast de ouder, gezien als een actieve deelnemer in de behandeling.
Hoe verloopt een behandeling?
Omdat het om jonge kinderen gaat die nog onlosmakelijk aan de ouder verbonden zijn, zullen zij niet afzonderlijk behandeld worden maar altijd in relatie tot de ouder/primaire verzorger. Zij worden samen in de spelkamer uitgenodigd waarbij de ouder gevraagd wordt met het kind te spelen in de veilige aanwezigheid van de therapeut. Tijdens de nabespreking wordt daarover met de ouders gepraat, met name wat verstoringen in het kind zijn en waar de ouder mogelijkheden en moeilijkheden ervaart in de relatie met het kind. Samen wordt er naar oplossingen gezocht. De frequentie van de therapeutische contacten wordt afgestemd op de mogelijkheden en ontwikkeling van ouder en kind.

Psychotherapie is een effectieve gespreksbehandelmethode voor psychische stoornissen en problemen. Gesprekken tussen de cliënt(en) en de deskundige hulpverlener staan centraal. De cliënt kan een individu, een (echt)paar, een gezin of een groep zijn; kind, volwassene of oudere. De behandelingen zijn kort als het kan en langdurig als dat nodig is, omdat bij sommige ernstige psychische problematiek het belangrijkste effect van de behandeling pas na ongeveer een jaar te behalen is. Alleen als psychotherapie door een BIG-geregistreerde psychotherapeut (of psychiater/klinisch psycholoog) wordt verricht, voldoet deze aan de kwaliteitseisen die door de overheid zijn vastgesteld.

 
Doel

Psychische klachten verminderen of beter hanteerbaar maken, dat is het doel van psychotherapie. Daarbij is de inzet van de cliënt even belangrijk als de deskundigheid van de psychotherapeut. Het resultaat is afhankelijk van de aard van de problemen en iemands eigen mogelijkheden. Voor een cliënt is psychotherapie vaak hard werken. Het proces gaat vaak gepaard met ups en downs.

 

Een geslaagde psychotherapie garandeert niet dat de cliënt de rest van zijn of haar leven gelukkig zal zijn en kan aan omstandigheden als een laag inkomen of werkloosheid niets veranderen. Maar met behulp van psychotherapie is het wel mogelijk dat de cliënt de problemen beter leert hanteren.

 
Wanneer psychotherapie

Psychotherapie is volgens de richtlijnen de eerste keuze behandeling bij angst-, stemmings- en persoonlijkheidsstoornissen, het is de voorkeursbehandeling voor kinderen, volwassenen en ouderen met zowel enkelvoudige als meervoudige, complexe psychische problemen en vaak persoonlijkheidsproblematiek.

 

Psychotherapie kent grote verscheidenheid in

  • de verschillende daarop afgestemde behandelingssituaties (ambulant, dag klinisch en klinisch
  • de verschillende soorten van behandelintensiteit
  • de keuze voor de verschillende methoden en technieken.
 

Psychotherapeutisch behandelvormen zijn onder andere: cognitieve gedragstherapie, psychoanalytische psychotherapie, clientgerichte psychotherapie.

 

Lees meer

 

 

 
In psychoanalytische psychotherapie gaan wij ervan uit dat wij gevormd worden door belangrijke ervaringen met andere mensen, die diepe indruk op ons hebben gemaakt. We zijn boos, bang of onzeker zonder precies te weten waar dergelijke gevoelens vandaan komen. Het doel van de psychotherapie is het bewust maken van verborgen gevoelens en gedachten. Daardoor krijgen we inzicht in de oorsprong van problemen en kunnen we nare ervaringen gaan verwerken.
 
Lees meer
 

Schematherapie is een nationaal en internationaal wetenschappelijk bewezen effectieve vorm van psychotherapie voor mensen met persoonlijkheidsproblematiek of andere langdurige klachten, zoals een zich herhalende depressie. Schematherapie helpt je de oorsprong van hardnekkige patronen te doorgronden en veranderen. Tijdens de behandeling wordt de invloed van ervaringen uit je jeugd op je denken en doen onderzocht. Je leert je patronen herkennen en zodanig te veranderen dat je anders gaat denken, je beter gaat voelen en dingen anders gaat doen. Je leert voelen wat je behoeften zijn en je leert hier op een gezondere manier mee om te gaan. Hierdoor zul je beter richting kunnen geven aan je leven en je relaties met anderen kunnen verbeteren.

 

Lees meer 

Symbooldrama is een vorm van psychotherapie, die toepasbaar is bij zowel kinderen als volwassenen. De meeste kinderen weten wat dagdromen is. Uitgelegd wordt dat hij een dagdroom gaat doen, maar dan onder leiding van de therapeut. Na een lichte ontspanning (middels een korte concentratie – of ademhalingsoefening) wordt het kind gevraagd zich een aangereikt motief (bijvoorbeeld ‘een wei’ of ‘een dier’) voor te stellen en vervolgens te beschrijven wat hij ‘ziet’. De therapeut kan als het ware ‘meekijken’ in het zich ontwikkelende beeld. Door de houding van de therapeut kan het kind geholpen worden zijn aandacht te richten op allerlei verschillende aspecten van het beeld (zoals het zien, voelen, horen en ruiken) en komt het beeld verder tot ontwikkeling. Er vindt een zorgvuldige therapeutische begeleiding plaats waardoor het proces wordt verdiept.
Na de dagdroom wordt het kind gevraagd te tekenen wat het ‘gezien’ heeft om op die manier het beeld vast te leggen. De therapeut en het kind bekijken en verkennen vervolgens samen het getekende.
Deze methodiek kan beschouwd worden als een soort ’spelen met woorden’. Kinderen laten zo gedachten, gevoelens en ervaringen zien die ze (nog) niet kunnen vertellen, doordat ze er zich niet van bewust zijn of doordat ze er geen woorden aan kunnen geven (dit ‘dagdromen’ is hierin te vergelijken met ‘nachtdromen’). Op deze wijze wordt de koppeling gemaakt van gevoel via het beeld naar de taal.
Soms kan het wenselijk zijn ook enkele sessies met vader of moeder en kind samen te dagdromen. Door op deze wijze samen bezig te zijn kan het therapeutisch proces in een stroomversnelling komen. Ouder en therapeut krijgen meer zicht op hetgeen er tussen ouder en kind gebeurt. Tevens kan het de ouder helpen om op een andere manier naar het kind te kijken.
 
Lees meer